Kevers | ||
Vliegend hert | Lucanus cervus | |
Het vliegend hert is in de eerste plaats in juni en begin juli een gewone verschijning zowel in de bossen als in het dorp zelf. De mannetjes worden vooral naar de avond toe actief en ze hebben dan hun naam zeker niet gestolen. De vrouwtjes blijven veel kleiner, missen het kenmerkende "gewei" en we vinden ze vooral kruipend op de bodem. | ||
Neushoornkever | Oryctes nasicornis | |
De neushoornkever is een andere spectaculaire kever, maar die in Magyarlukafa veel minder aangetroffen wordt dan het vliegend hert. | ||
Alpenboktor | Rosalia alpina | |
Nog een grote en zeldzame soort. De alpenboktor is misschien wel de mooiste Europese kever. In Magyarlukafa is hij hoofdzakelijk in juli aan te treffen. De kever vliegt overdag actief rond, vooral op zonnige dagen. | ||
Gouden tor | Cetonia aurata | |
Opvallende kever die dikwijls massaal aanwezig is op hoge wilde bloemen. Vliegt enkel als de zon schijnt. | ||
Rouwende gouden tor | Oxythyrea funesta | |
Vrij talrijke kever, kleiner dan de gouden tor, maar met een vergelijkbaar gedrag. | ||
Meikever | Melolontha melolontha | |
Niet talrijk. | ||
Kleine glimworm | Lamprohiza splendidula | |
Het buitengewone spektakel van hun zwevende lichtjes is slechts gedurende een tiental dagen te zien in juni en enkel tijdens de eerste uren van de nacht. Zowel mannetjes als wijfjes geven licht. De wijfjes lijken erg op de larve en wachten op de grond. De mannetjes daarentegen zijn rondvliegende kevertjes. | ||
Gekorrelde veldloopkever | Carabus granulatus | |
De mooiste veldloopkever van Magyarlukafa. | ||
Groene zandloopkever | Cicindela campestris | |
Mooie kevers die snel lopen en korte stukjes vliegen. Ze zijn vrij moeilijk te benaderen. Groene zandloopkevers komen vooral in de lente voor op zanderige, zonnige paden in hoger gelegen delen van het bos in de buurt van Magyarlukafa. | ||
Vuurwants | Pyrrhocoris apterus | |
Deze vuurrode kevers zijn soms in grote aantallen te zien in Magyarlukafa. In de dorpsstraat genieten ze van hun lievelingsvoedsel: het sap van afgevallen bladeren en vruchten van lindebomen. | ||
Bidsprinkhanen | ||
Europese bidsprinkhaan | Mantis religiosa | |
Deze fascinerende diertjes zijn helemaal niet zeldzaam in Magyarlukafa, maar de volwassen dieren verschijnen pas rond half augustus en zijn dan aanwezig tot einde september. | ||
Krekels | ||
Veldkrekel | Gryllus campestris | |
In Magyarlukafa kunnen we 's nachts nog volop genieten van hun zang (van mei tot einde september of zelfs langer). | ||
Nachtvlinders | ||
Eikenzijdemot | Antheraea yamamai | |
Reusachtige mot met een verhaal. De eikenzijdemot is de grootste (nacht)vlinder van Europa. Hij vliegt hoofdzakelijk in augustus. De eikenzijdemot is afkomstig van Japan. De vlinder verscheen voor het eerst in het wild in Sloveniƫ toen rond 1870 enkele exemplaren ontsnapten die gehouden werden voor de zijdeproductie (wilde zijde). | ||
LibellenMeer... | ||
Platbuik | Libellula depressa | |
Omwille van het afgeplatte lichaam gemakkelijk herkenbare libelle die vooral in juni erg talrijk aanwezig is in de buurt van tijdelijke plassen langs velden en boskant. | ||
Bosbeekjuffer | Calopteryx virgo | |
Beekjuffers verlangen een gevarieerde leefomgeving: zuiver stromend water afwisselend traag en sneller stromend, oeverbegroeiing met schaduw maar ook zonnige plekken. | ||
Weidebeekjuffer | Calopteryx splendens | |
Zie bosbeekjuffer. | ||
Solitaire bijen | ||
Gewone langhoornbij | Eucera longicornis | |
Vooral de mannetjes hebben enorm lange sprieten en zijn zo met geen enkele andere soort te verwarren. | ||
Houtbij | Xylocopa violacea | |
De grootste Europese bijensoort die ook door zijn mooie iriserende kleur een opvallende verschijning is. Erg vreedzame bij. | ||
Schorpioenvliegen | ||
Gewone schorpioenvlieg | Panorpa communis | |
Schorpioenvliegen worden zo genoemd omwille van het aanhangsel aan het achterlichaam van de mannetjes dat lijkt op dat van een schorpioen. Het betreft echter de geslachtsorganen en schorpioenvliegen zijn volkomen ongevaarlijk. | ||
Wolzwevers | ||
Gewone wolzwever | Bombylius major | |
Wolzwevers eten nectar dat ze uit de bloemen zuigen op ongeveer dezelfde manier als kolibries. | ||
Spinnendoders | ||
Grote zaagpootspinnendoder | Priocnemis perturbator | |
Spinnendoders zijn kleine wespen die zich uitsluitend voeden met nectar van bloemen. Hun naam verraadt echter veel over hun voortplantingswijze. Het vrouwtje zoekt spinnen die ze verlamt met een gerichte steek. Daarna sleept ze de spin naar een nestgang waar ze op de spin een eitje deponeert. Wanneer de wespenlarve uitkomt voedt die zich van de verlamde, nog levende spin. De grote zaagpootspinnendoder gebruikt vooral de gewone nachtwolfspin (Trochosa terricola) zoals ook op de foto en video te zien is. |