Pécs

Széchenyi tér
Pécs (140.000 inwoners) is de hoofdstad van de provincie Baranya en ligt op 50 km van Magyarlukafa. De stad is aantrekkelijk gelegen tegen de flanken van de Mecsekbergen (+ 600 meter). Ze heeft heel wat toeristische troeven, onder andere door haar rijke geschiedenis.
Van de Laat-Romeinse tijd blijven honderden vroegchristelijke grafkamers over die soms rijk versierd zijn. 16 van deze graven werden opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de Unesco en zijn toegankelijk voor het publiek.
Het middeleeuwse Pécs is hoofzakelijk zichtbaar rond de domkerk, de grootste romaanse kerk van Hongarije, gelegen aan een ruim plein waar zich ook het bischoppelijk paleis bevindt. Aan de noordkant van de kerk kan je wandelen over een stuk van de middeleeuwse omwalling en iets meer naar het Westen staat de Barbakán, een mooi gerestaureerde vestingstoren uit de XVde eeuw.
Van 1543 tot 1686 was Pécs in Turkse handen en reizigers van die tijd vonden dat de stad in schoonheid te vergelijken was met Istanboel. Uit die periode zijn nog twee mooie moskeeën overgebleven. De kleinste is de moskee van Jakováli Hasszán met zijn minaret, die de best bewaarde oude moskee van Hongarije is. Ook de binnenkant is dus zeker een bezoek waard.
De grootste moskee uit de Turkse tijd staat echter op het voornaamste en mooiste plein van Pécs: het Széchenyi tér. Dit verkeersvrije plein zal iedereen bekoren door zijn weidsheid, zijn speciale ligging (oplopend in de richting van de Mecsekbergen), zijn verzorgde banken en waterelementen en zeker ook door de mooie gebouwen die we er aantreffen. Op het hoogste punt van het plein staat de moskee van Pasja Gázi Kászim met zijn imposante koepel. Wat lager vinden we een pestzuil uit 1714 en een fraai ruiterstandbeeld van Hunyadi János (winnaar van een belangrijke veldslag tegen de Turken in 1456). Helemaal beneden aan de zuidkant van het plein bevindt zich de kleurrijke en intrigerende Zsolnayfontein (1912) die een geschenk was van de familie Zsolnay aan de stad. Het Zsolnayporselein van Pécs was in die periode wereldberoemd.
Wanneer we vanuit het Széchenyiplein verder afdalen krijgen we al snel aan onze linkerkant nog een groot en mooi plein te zien: het Kossuth tér. Helemaal op het einde van het plein staat de opvallende synagoge uit 1869.
Wanneer we het Széchenyiplein niet aan de zuidkant verlaten, maar eerder links afslaan komen we in de Király utca, een gezellige winkelwandelstraat. De straat heeft een eigen sfeer door de vele, statige gebouwen uit het einde van de XIXde, begin XXste eeuw die er te vinden zijn, bijvoorbeeld het Nationaal Theater (1895).
Verder nog in Pécs:
  • Vasarely muzeum. Victor Vasarely was de belangrijkste vertegenwoordiger van de op-art stroming.
  • Csontváry muzeum. Kosztka Tivadar Csontváry was een Hongaars schilder die tot het expressionisme gerekend wordt.
  • Dierentuin. De Pécsi Állatkert és Akvárium-Terrárium bevindt zich in de Mecsekbergen aan de noordkant van de stad.
  • Wandelingen in de Mecsekbergen. In de Mecsek werden tal van wandelroutes aangeduid.
Zie ook de video van Kovács Lajos hieronder.